De noodklok wordt nogal eens geluid als het over mantelzorg gaat. Door bezuinigingen ‘moeten’ meer mensen de zorg voor een naaste op zich nemen. Velen van hen zouden ernstig overbelast zijn. En met een groeiend aantal ouderen wordt de behoefte aan mantelzorg alleen maar meer. Hoe anders is het beeld dat twee jonge onderzoekers van de Nationale DenkTank schetsen. ‘Er is geen dreigend tekort aan mantelzorgers’, klinkt het optimistisch in het position paper dat samen met directeur Rudi Westendorp van vereniging Reable Nederland is gepubliceerd. Rudi besprak dit paper, samen met de jonge onderzoekers in september 2023 in de Tweede Kamer tijdens een rondetafelgesprek over mantelzorg.
Stichting de Nationale DenkTank zet jonge denkers aan om oplossingen te vinden voor grote maatschappelijke problemen. Het thema voor 2023 is ‘betekenisvol ouder worden’. Een actueel thema: berekeningen laten zien dat ons land in 2040 het dubbele aantal ouderen telt. Die kunnen rekenen op minder zorgpersoneel, lagere zorgbudgetten en – letterlijk – minder gespreide bedjes. Dreigt er een vergrijzingsinfarct in de ouderenzorg? Over die vraag hebben Bernice Franssen en Joris Behr zich vier maanden lang gebogen. Zij kregen hulp van onder meer Rudi Westendorp, die als hoogleraar ouderengeneeskunde zijn kennis deelde. Het resultaat van hun onderzoek is in eerste instantie een position paper, dat het standpunt over mantelzorg van de jonge denkers weergeeft. In december zijn de concrete oplossingen gepresenteerd.
Ook zelf mantelzorger
Voor zowel Bernice als Joris was het geen onbekend terrein. ‘Betekenisvol ouder worden vond ik meteen al een super interessant thema. Ik ben zelf ook mantelzorger geweest, voor mijn vader die twee jaar terug is overleden’, zegt Bernice die in een heel andere richting is afgestudeerd: geschiedenis en internationale betrekkingen. Voor Joris lag het onderzoek meer in het verlengde van zijn studie, hij is derdejaars technische geneeskunde. ‘Ik werk ook bij de huisartsenpost in Zoetermeer. Een groot deel van de populatie die belt zijn ouderen. Ik vond het schrijnend om te horen dat mensen vaak niet konden komen, omdat ze niemand hadden om hen te brengen.’
‘Zorgen voor je naaste doe je gewoon’
Mantelzorg staat vaak in een negatief daglicht, concluderen beiden. Bernice: ‘Er zit zo’n beladen druk op het woord mantelzorg. Ik vond het bijna ongemakkelijk om te zeggen dat ik mantelzorger ben geweest, door de negatieve connotaties die het heeft. Dat is jammer want veel mensen halen er ook zingeving uit. Mensen identificeren zich ook niet met het woord mantelzorger. Die herkennen zich niet in de term, die doen het werk met liefde. Zorgen voor je naaste, dat dóe je gewoon.’
Niet toevallig valt in hun position paper ook het woord ‘taboe’. Joris: ‘Wat ik een heel sprekend voorbeeld vond: tijdens een van de gesprekken kwam naar voren dat veertig procent van de werkgevers niet weet dat hun werknemers mantelzorg verlenen. Maar als je intensief mantelzorger bent, is het wel handig als mensen op je werk ervan af weten.’
Positief toekomstbeeld
En toch: het position paper schetst een positief toekomstbeeld voor mantelzorg. Ondanks het feit dat naar schatting één op de vier mensen mantelzorger is, veel van hen de belasting te zwaar vinden en er steeds meer een beroep op mantelzorg wordt gedaan. Ja, het aantal ouderen van 65-plus groeit fors richting 2040 (van 3,6 naar 4,9 miljoen). Maar er wordt onvoldoende rekening gehouden met de toenemende levensverwachting zonder gebreken en de afname van de jaren mét gebreken. En waar nu kinderen of buren mantelzorg verlenen, kan het tegen 2040 weleens zo zijn dat ouderen elkaar helpen.
Vraagverlegenheid
Opvallende conclusie is ook dat de bereidheid om iets voor een ander te doen opvallend groot is: 64 procent van de 55-plussers wil wel bijspringen. Dat potentieel wordt nog lang niet gebruikt, omdat er sprake is van ‘vraagverlegenheid’. Joris: ‘Ik merkte het op de huisartsenpost. Vaak heeft een oudere wel familie maar die woont verder weg. “Kunnen uw buren u niet even brengen”, vroeg ik dan. “Ik weet niet of die dat wel willen doen”, was vaak het antwoord. En later belden die mensen dan terug dat de buren het geen probleem vonden.’
Bernice: ‘Ik denk niet dat buren erop zitten te wachten om zware taken over te nemen. Maar ze willen wel de ondersteunende taken overnemen waar een mantelzorger nu de handen vol aan heeft. Even een boodschapje doen, of koken. Het zit toch in de aard van mensen om anderen te helpen.’
Langs elkaar heen leven
‘Het toenemende individualisme wordt vaak als belemmerende factor genoemd’, zegt Joris. ‘Hoe goed ken je de mensen in jouw buurt nu nog? Als je elkaar goed kent stap je makkelijker op elkaar af.’ Het is een constatering die Bernice herkent. ‘Ik woon in Amsterdam. Ik heb in panden gewoond met een gezamenlijke entree, waarin je pas na een jaar wist wie de bovenbuurman was. Het is jammer dat mensen die zo dicht bij elkaar wonen zo langs elkaar heen leven.’
Het verhaal van reablement
Een van de experts die aanschuiven bij de Nationale DenkTank is Rudi Westendorp, in zijn rol als hoogleraar ouderengeneeskunde en directeur van vereniging Reable Nederland. Bernice: ‘Rudi heeft ons verteld waar ouderen tegenaan lopen. Hij heeft ook het verhaal van reablement verteld, en hoeveel winst daar nog te behalen valt. Samen met Rudi zijn we naar de Tweede Kamer geweest om een rondetafelgesprek over het onderwerp bij te wonen. Een heel inspirerende dag.’
Joris: ‘Rudi gaf heel mooi aan dat het de positieve kant op moet met mantelzorg. De getallen die nu worden gebruikt om de druk aan te geven, kun je ook in een ander daglicht zetten. En onze bevindingen sluiten heel goed aan bij de filosofie van reablement: wat kunt u nog zelf, wat kunt u nog leren en wat kunnen wij overnemen? We zien dat mensen bereid zijn elkaar te helpen. Hoe zorgen we er nu voor dat we hen ook die mogelijkheid bieden? We willen zien waar het spaak loopt, waar we moeten ingrijpen in het proces.’