Als ze me ‘s morgens vroeg missen, ben ik vissen

Als meneer Willemsen (77) na een hartinfarct weer thuis komt na een lange revalidatie, is het al snel duidelijk dat zijn motoriek flink is aangetast. En vooral dat zijn geliefde tijdverdrijf, vissen, er niet meer bij zal zijn. Wat hij in het verleden nog kon doen, moet hij nu grotendeels overlaten aan de medewerkers van de zorgorganisatie. Zoals zichzelf elke dag wassen en aankleden, omdat hij door heupproblemen niet goed meer kan bukken. Lees verder.

Een goede ‘kouseband’ met de buren

Steunkousen zijn een welkom hulpmiddel voor meneer Adelaar op zijn 82ste. Maar die kousen zelf aan- en uittrekken is een uitdaging. Daarom komt er zorg langs, tweemaal per dag. Die hulp ervaart meneer als prettig, maar ook als een belasting: voor hem betekent het elke dag wachten op het moment dat de wijkverpleegkundige aanbelt. Het zou mooi zijn als hij iemand had op wie hij kon rekenen. In gesprek met de fysiotherapeut blijkt dat zijn dochter weleens iets voor meneer doet. Maar zij woont niet bepaald in de buurt, en daarmee is die optie niet realistisch. Lees verder.

Vele handen maken licht werk

Mevrouw De Vries heeft tot haar 79ste zelfstandig gewoond. Haar gezondheid is in een paar jaar tijd echter flink achteruit gegaan. Ze moet haar gezellige flat inruilen voor een plekje in het verpleeghuis, voor begeleid wonen voor ouderen. Daar wordt veel voor haar gedaan, maar niet alles. Ze moet voor alles en nog wat nogal eens een beroep doen op haar dochter. Die is niet enig kind, want Anna heeft vier broers. Die komen ook regelmatig op bezoek zegt mevrouw De Vries, maar niet voor hand-en-spandiensten. Net zoals de kleinkinderen alleen maar ‘voor de gezelligheid’ bij oma op bezoek komen. Lees verder.

Een veilige en verantwoorde sprong in het diepe

Zwemmen. Ze heeft het al haar hele leven gedaan, vertelt mevrouw De Jong. Vier keer per week, op de fiets naar het zwembad in haar woonplaats. Ze deed het niet alleen graag, zwemmen is bij uitstek ook een sport die op hoge leeftijd mogelijk is. Eenmaal in het water is de belasting voor het (oudere) lichaam minimaal, maar worden wel de spieren goed geprikkeld. Na een lelijke val in huis liet haar lichamelijke conditie steeds minder beweging toe. Totdat al snel blijkt dat zelfstandig wonen op haar 75ste geen optie meer is. Lees verder.

Al wandelend de wijkverpleging te vlug af

Exact 82 jaar woonde meneer Van Oosterhout in het dorp waar hij geboren en getogen is. Hij kan met tweemaal daags zorg van de organisatie in het dorp nog zelfstandig wonen. Wel is het nodig om hem elke ochtend te assisteren met wassen en aankleden, en ‘s avonds met omkleden voor de nacht en in bed leggen. Op zijn leeftijd lijkt het hem verstandiger om dochter Sandra achterna te gaan. Die woont in de stad, een paar kilometer verderop. Dat zou de zorg voor haar een stuk makkelijker maken, als Sandra gewoon even langs kan wandelen. Hij kan er een aanleunwoning krijgen, op een paar honderd meter van zijn dochter. Lees verder.