Een goede ‘kouseband’ met de buren
Steunkousen zijn een welkom hulpmiddel voor meneer Adelaar op zijn 82ste. Maar die kousen zelf aan- en uittrekken is een uitdaging. Daarom komt er zorg langs, tweemaal per dag. Die hulp ervaart meneer als prettig, maar ook als een belasting: voor hem betekent het elke dag wachten op het moment dat de wijkverpleegkundige aanbelt. Het zou mooi zijn als hij iemand had op wie hij kon rekenen. In gesprek met de fysiotherapeut blijkt dat zijn dochter weleens iets voor meneer doet. Maar zij woont niet bepaald in de buurt, en daarmee is die optie niet realistisch.
Meneer Adelaar woont als 45 jaar in het buurtje, zo blijkt. Ze kennen hem daar van het rondje dat hij elke dag wandelt, hij kent de meeste buren. Ook al komt het niet verder dan ‘hallo’ of ‘lekker weertje buurman’: er is contact. Het brengt de coördinator van de zorgorganisatie die op bezoek komt om de situatie te bespreken op een idee. Hij belt vriendelijk aan bij de buren met de vraag of zij misschien bereid zouden zijn ‘s avonds de kousen van meneer uit te trekken. De ochtend is geen optie, omdat meneer gewend is wat later uit bed te komen én het ochtendritueel wat meer vaardigheden vraagt.
De naaste buren zijn een jong gezin, met een dochtertje. De buurman vindt het geen probleem: hij is toch altijd rond die tijd thuis, met een kleine in huis. En nog een vraag: kennen zij andere buren bij wie we ook zouden kunnen aanbellen om die vraag te stellen? Het is immers een klassieke situatie: hulpvragers zijn meestal vraagverlegen, mensen die iets zouden kunnen betekenen zijn weer daadverlegen. Een paar huisbezoekjes verder is er al een mini-zorgnetwerkje georganiseerd.
Zijn buren in de straat spreken in een appgroepje af om het uittrekken van de steunkousen voor hun rekening te nemen. Het aantrekken ‘s morgens is meer werk. Omdat de zorgmedewerkers elke ochtend toch in de buurt zijn, blijft dat werk voor de hulpverleners. En de zorg voor ouderen als hij gaat verder: inmiddels kookt een van de buren tweemaal per week iets extra, met een portie voor de buurman. Ook wordt er ‘s avonds na het kousen aantrekken nog weleens nagepraat, bij een kopje thee. Zodat meneer Adelaar gewoon in zijn vertrouwde buurtje kan blijven wonen.