Decennialang was de ouderenzorg vooral eenrichtingsverkeer: een oudere die hulp nodig had, kreeg die hulp volgens een vast protocol. Maar de zorgstaat Nederland is aan het veranderen. Wil die oudere eigenlijk wel volgens dat vaste protocol worden geholpen? Wordt hij of zij gelukkiger van die wijkverpleger die elke dag langs komt? Zorg van anderen is immers per definitie een inbreuk op je privacy. En juist in een tijdperk waarin persoonlijke autonomie/autonomie zorg steeds hoger wordt gewaardeerd, kan een kanteling in de zorg dichtbij zijn.

Eigen regie in de ouderenzorg vraagt andere kijk van hulpverleners  

In het kort is het de vrijheid om te mogen en te kunnen zijn wie je wilt. Anders gezegd, je geeft je leven naar je eigen idee vorm, zonder beperkingen of belemmeringen. Het is geen toeval dat het begrip in deze tijd vaker opduikt. De lijn tussen persoonlijke autonomie en de toenemende individualisering in de maatschappij is immers dun. Ook de generatie ouderen die nu opkomt hecht aan meer regie over het eigen leven/vindt autonomie in de zorg belangrijk. ‘Fijn dat de wijkverpleegkundige elke dag langskomt om mijn ogen te druppelen. Maar het gaat wel ten kosten van mijn vrijheid!’

Het streven naar persoonlijke autonomie vraagt van zorgorganisaties om anders naar de hupvragen van ouderen te kijken. Misschien zijn er – om even bij het ogen druppelen te blijven – in het netwerk van een oudere wel mensen die het kunnen overnemen. In een aantal gevallen kunnen hulpmiddelen uitkomst bieden: er bestaat een druppelbril waarmee de oudere het zelf kan. En een derde stap is om hulpvragers te ondersteunen bij het aanleren van vaardigheden die ze zijn kwijtgeraakt, het principe van wat ‘reablement’ heet.

Eigen regie ouderenzorg

Zelf de regie in handen nemen in ouderenzorg klinkt mooi, maar vraagt ook een realistische kijk. Iemand op leeftijd die met lichamelijke ongemakken wordt geconfronteerd, moet wel fysiek en psychisch in staat zijn zélf de hulp ter hand te nemen. Bij ernstige gezondheidsproblemen kán het vaak niet eens zonder de inzet van een zorgverlener. Autonomie en (bijvoorbeeld) dementie gaan moeilijker samen. Ook is die zelfredzaamheid dichter bij als een hulpvrager een netwerk heeft, als familie, vrienden of buren daar tenminste toe in staat zijn.

Woonomgeving ouderen

Daarnaast speelt de woonomgeving een rol. Woont iemand nog zelfstandig thuis, misschien wel in een aangepaste, goed toegankelijke woning? Dan is de kans groter dat iemand met succes een autonoom bestaan kan leiden (bevordert autonomie ouderen). Een andere ontwikkeling, woongemeenschappen voor senioren, kan ook bijdragen aan meer eigen regie. ‘Handjes’ genoeg in de buurt, die even willen assisteren immers. Je bent ook beter in staat om zelf de touwtjes in handen te nemen als je financiële situatie er goed uitziet. Immers: een oudere die het kan betalen, kan andere keuzes maken in zijn of haar levensstijl en de inzet van zorg. Wie het minder breed heeft, heeft minder opties.

Zelfstandigheid serieus nemen

Zeker zo belangrijk is om de oudere die hulp nodig heeft een stem te geven in de zorg of de behandeling. Dat werkt twee kanten op. De zorgorganisatie moet de zelfstandigheid van iemand serieus nemen. Dat vraagt om het respecteren van de keuze van iemand bij het besluit om zorg of een medische behandeling in te zetten. Dat vraagt óók om het goed informeren van die hulpvrager. Die moet de voor- én nadelen van een eigen keuze goed kennen om weloverwogen een beslissing te kunnen nemen. De zorgverlener moet een medische procedure daarom goed kunnen uitleggen. Inclusief het aanstippen van de voordelen en eventuele risico’s.

Kan iemand voor- en nadelen afwegen?

De andere kant van de medaille is dat die oudere in staat om zijn om voor- en nadelen van wel of geen zorg tegen elkaar af te wegen. Een hulpvrager wil nog weleens een keuze maken die misschien voor hem of haar aantrekkelijk is, maar medisch gezien niet de meest verstandige is. Gaat zelfbeschikking dan voor? Of moet in zo’n geval die oudere toch worden aangemoedigd om het advies van de hulpverlener op te volgen? Die vraag is niet algemeen te beantwoorden, maar is in elke situatie maatwerk (eigen regie ouderenzorg kent geen ‘standaard’). Zorgorganisaties moeten protocollen en procedures kunnen loslaten, om ouderen de mogelijkheden te geven om zoveel mogelijk controle over hun dagelijkse routines te behouden.

Privacy is in het geding

Als blijkt dat autonomie vraagt om een andere oplossing, kan ook de privacy in het geding zijn. De zorgorganisatie moet er voor zorgen dat de vertrouwelijkheid van persoonlijke informatie en medische gegevens gewaarborgd is. Kan het geen kwaad dat de buurvrouw zich gaan ‘bemoeien’ met de zorg voor iemand door een taak over te nemen? En daardoor misschien inzicht krijgt in vertrouwelijke gegevens?

Het leven leiden zoals ouderen dat willen

Er is geen twijfel dat meer mensen ervoor kiezen om het leven te leiden zoals zij dat zelf willen. De vraag is wel: waar ligt de grens tussen persoonlijke autonomie en de noodzaak van professionele zorg? Hulpverleners zullen steeds vaker voor die vraag gesteld worden. In een sector die het altijd maar ‘gewoon’ vond om taken over te nemen van iemand die hulp nodig had, is er geen pasklaar antwoord op die vraag mogelijk. Wel dat de zorg voor een rigoureuze verandering staat. In denken en doen.